Vetten en vitaminen

Verschillende zaken vormen een belangrijk onderdeel van ons dagelijks leven, maar vetten en vitaminen zijn daar zeker één van. We hebben beide zaken nodig in ons lichaam, maar een tekort of een overdaad kan dan weer een negatief effect hebben. Het is dan ook vooral de regel om te proberen een goede balans te vinden door er rekening mee te houden in uw levensstijl en vooral bij het kiezen van uw voeding.

Vetten worden voornamelijk in het lichaam opgeslagen in het cytoplasma van adipocyten. Het weefsel waarin het vet wordt opgeslagen noemt men heel toepasselijk het vetweefsel. In het bloed bevinden de vetten zich in de zogenaamde lipoproteïnen. Vooral na een maaltijd bevinden er zich veel lipoproteïnen in het bloed die het vet onder andere vervoeren naar het vetweefsel. Wanneer vetten in het lichaam worden afgebroken worden de vetzuren afgesplitst van het zogenaamde glycerol.

Anders gaat het er aan toe bij vitaminen. Een vitamine is een zogenaamd micronutriënt. Een organisme (zoals de mens) heeft een micronutriënt nodig, maar heeft vaak niet de mogelijkheid (of slechts een beperkte mogelijkheid) om deze zelf aan te maken. Het spreekt vanzelf dat de stof dan ook uit bepaalde zaken gehaald dient te worden.

In Nederland doet de zogenaamde Gezondheidsraad aanbevelingen over de hoeveelheid aan vitaminen die een persoon dagelijks nodig heeft. Voor iedere vitamine bestaat er een aanbevolen dagelijkse hoeveelheid. Aanvankelijk had men het vermoeden dat vitaminen een amine-structuur hadden, maar dit bleek niet te kloppen. De naam, die bedacht werd door Casimir Funk, is dan ook een samenstelling van de woorden "vitale" en "amine".